Joseph Roth wordt regelmatig genoemd of geciteerd in het werk van andere auteurs. Hieronder een overzicht, gebaseerd op meldingen van lezers.

We zijn geïnteresseerd in elke andere vermelding, mits in een Nederlandstalig werk in boekvorm. Reacties via de contactpagina.


Marlene Dietrich (1988)

'Ik kan niet zeggen dat ik graag romans las; de grote uitzondering is Hiob van Joseph Roth. Ik heb dat boek overal mee naar toe genomen. Maar zoals de meeste dingen die wat voor me betekenden, ben ik het verloren; misschien toen ik ben geëmigreerd, misschien op één van mijn vele reizen. Tegenwoordig is er niet meer aan te komen. ik heb alle boekhandelaren die ik ken gevraagd of ze er naar uit willen kijken'.

Uit 'Marlene', door Marlene Dietrich

Robert Menasse (1996)

In de roman 'Bar Hopeloos' noemt de hoofdpersoon, een universitair docent, Roths roman 'Vlucht zonder einde'.

Peter Conrad (1998)

Joseph Roth werd ook gespot in 'De metamorfose van de wereld. De cultuurgeschiedenis van de twintigste eeuw'.

Erwin Mortier (2007)

In 'Op reis van Gerard Reve' raadt Reve het lezen van Joseph Roth aan.

Walther Mehring (2010)

Mehring is jood en vlucht voor de nazi's in 1933 naar Parijs. Later verhuist hij naar Wenen. Ook daar moet hij weg, met achterlating van zijn eigen bibliotheek en die van zijn vader. Hij wordt geïnterneerd in Frankrijk. In 1941 weet hij te ontsnappen naar Amerika waar hij, helemaal uit het hoofd, Die verlorene Bibliothek schrijft. In dit werk geeft Mehring zijn persoonlijke visie op de cultuur van Europa en vertelt hij over zijn contacten met o.a. Rilke, Ilja Ehrenburg, André Gide én Joseph Roth.

Guillaume Sorel en L. Seksik (2012)

'De laatste dagen van Stefan Zweig' is een stripboek naar de roman 'Les Derniers Jours de Stefan Zweig' uit 2010, van Laurent Seksik. In het stripboek wordt Roth een keer met name genoemd en een paar keer afgebeeld.

Tom Lanoye (2013)

In zijn roman 'Gelukkige slaven' gebruikt de auteur een citaat uit 'Die Rebellion' als motto: “Hij hield van zijn kwellingen als van trouwe vijanden”.

Hanny Michaelis (2013)

In dit oorlogsdagboek wordt Joseph Roth twee keer genoemd, in relatie tot zijn roman 'Tarabas'.

Joris van Casteren (2014)

In dit boek memoreert en citeert de auteur Joseph Roth als hij in de omgeving van Kleve is.

Maartje Wortel (2014)

Maartje Wortel opent de roman 'IJstijd' met het volgende motto uit 'Zipper en zijn vader': 'We weten dat er weer een generatie komt die zal zijn als onze vaders. Er zal weer oorlog komen. We bekijken het belachelijke gedoe van hen die onder de droefheid van de wereld lijden.'

Chrétien Breukers (2015)

In LOT schrijft Breukers over het alcoholisme van Roth.

Tommy Wieringa (2015)

Roth-liefhebber Wieringa benoemt in dit boek de uitgave van De Engelbewaarder die over Roth gaat (zie Biografische boeken, 1979).

Eriek Verpale (2015)

Vermelding op blz. 60 van Roth en zijn roman 'Geschichte von der 1002. Nacht'.

Erik Schumacher (2015)

Op blz. 38 van dit boek gaat het over Roth en Berlijn, en wordt Roth geciteerd: 'Geen enkele oosterse Jood gaat vrijwillig naar Berlijn.'

Heleen Debruyne (2016)

In 'De Plantrekkers' beschrijft Debruyne een gesprek dat plaatsvindt in Hotel du Parc in Oostende, waarbij Joseph Roth en Radetzkymars ter sprake komen.

Bettina Baltschev (2017)

Het boek 'Hel en paradijs' gaat over de exil-uitgeverijen in Amsterdam: Allert de Lange en Querido. Joseph Roth ontbreekt hier dus ook niet.

Irvin D. Yalom (2017)

De auteur heeft het in dit boek over het lezen van 'Radetzkymars'.

Jan Vanriet (2018)

Ook in dit boek wordt Joseph Roth genoemd.

Piet de Moor (2018)

De auteur beschrijft in dit boek een herinnering aan het lezen van 'Radetzkymarsch'.

Toon Horsten (2018)

Horsten wijdt een passage aan Joseph Roth.

Jonah Falke (2019)

Als motto voor zijn roman 'De mooiste vrouw van de wereld' gebruikt Falke een citaat van Roth uit de Frankfurter Zeitung van 14 april 1926.

Ewoud Kieft (2019)

Kieft vermeldt Joseph Roth als medewerker voor het socialistische dagblad Vorwärts.

Geert Mak (2019)

Mak is een Roth-fan en medeoprichter van het Joseph Roth Genootschap, dus het is geen verrassing dat Roth regelmatig opduikt in zijn werk. In dit boek 5 citaten van Roth.

Leo Frijda (2019)

Frijda heeft vaker geschreven over Roth, bijvoorbeeld in artikelen voor Crescas. In dit boek 'Tel me bij de amandelen' worden verschillende passages gewijd aan Joseph Roth.

Roberto Calasso (2019)

In dit boek is aangehaakt op de briefwisseling tussen Joseph Roth en Stefan Zweig.

Erik Vlaminck (2019)

Deze roman van één van de bestuursleden van het Joseph Roth Genootschap eindigt met de vermelding van een roman van Roth.

Kees Engelhart (2020)

De bundel heet Hôtel Gantillon. Voorin staat een citaat van Joseph Roth die het heeft over Hotel Savoy.

Igor Cornelissen (2020)

Joseph Roth gespot in de herinneringen van Igor Cornelissen: 'Een boer achter een raam'.

Eric Min (2021)

In 'Gare du Nord' van Eric Min wordt gul gestrooid met citaten van Joseph Roth, die in Parijs het paradijs vond.

Caroline de Gruyter (2022)

In 'Beter wordt het niet. Een reis door het Habsburgse en de Europese Unie' (Uitgeverij De Geus) is Roth een eregast.

Dank je wel Caroline!

 

Willem van Lancker en Adeline Otto (2022)

In hun boek 'Waarom gele hesjes niet met een bakfiets rijden' citeren de auteurs uit 'Radetzkymars'.

Jeroen Theunissen (2022)

Op p. 262 van zijn nieuwe roman 'Ik=cartograaf' komt Jeroen Theunissen terecht in Lviv, de stad die hij leerde kennen door Joseph Roth.

Rubén Pellejero en Juan Díaz Canales (2022)

'Berlijnse nocturne' is het 16e deel uit de stripreeks Corto Maltese. Het verhaal van dit stripboek speelt zich af in het Berlijn van 1924 waar de hoofdpersoon optrekt met Joseph Roth!

Pieter Waterdrinker (2022)

Pieter Waterdrinker houdt van Joseph Roth. Zijn roman 'De rat van Amsterdam' wordt voorafgegaan door een citaat uit de Roths roman 'Het Spinnenweb'. Ook in het verhaal zelf komt Roth enkele malen aan bod, waaronder met een vrij letterlijk citaat uit 'Op de Wolga tot Astrachan' (uit Spoken in Moskou).

Uwe Wittstock (2022)

In 1933 verlaat Joseph Roth voorgoed Duitsland. In 'Februari 1933 - De winter van de literatuur' beschrijft de auteur van dag tot dag die roerige periode voor Duitse auteurs, waaronder Roth, Mann, Remarque, Döblin en Keun.

Giuliano Da Empoli (2022)

Dit boek gaat over de machtsstrijd in het Kremlin. Het bijzondere van dit boek is dat er gebruik gemaakt wordt van het personage Nicolas Brandeis, uit Joseph Roths roman Rechts en links

Greta Vandeborne (2023)

Greta Vandeborne schreef een ontroerend boek over rouwen. In Oostende knipoogt ze naar Roth en Zweig.

Benno Barnard (2023)

In dit boek, met op de kaft een mooi portret van de Oostenrijkse keizer (geschilderd door Koen Broucke) komt Roth ook aan bod.